Leerkracht Petra van den Kerkvoorde van Tectura Groenkouter in Gent en haar leerlingen van het derde jaar Zorg & Welzijn waren een van de twintig scholen die tijdens het schooljaar 2022-2023 intekenden op een auteursresidentie. Auteur Trui Hanoulle kwam twintig lesuren over de vloer om de tieners via workshops de liefde voor lezen en schrijven bij te brengen. Samen schreven ze het boek ‘Vuurverhalen’, een bundel korte verhalen over vrouwen uit hun thuisomgeving. Wij vroegen aan Petra (uiterst rechts op de foto hieronder) naar vijf inzichten die zij meeneemt uit de auteursresidentie.

1. Moeilijk gaat ook

Trui Hanoulle begon elke sessie met een fragment uit een boek voor te lezen. “Ik deed dat vroeger ook wel eens in de klas,” zegt leerkracht Petra van den Kerkvoorde. “Maar vaak hield ik me aan de suggesties uit het handboek. Dat zijn niet altijd literaire fragmenten. Tot voor kort stond literatuur niet in de leerplandoelen bij de richtingen met een arbeidsmarktfinaliteit.” Trui ging wel resoluut voor ‘echte’ literatuur, bijvoorbeeld met fragmenten uit ‘Zijde’ van Alessandro Baricco. “Op het eerste gezicht is dat boek een beetje te moeilijk voor mijn leerlingen. Voor de meesten van hen is Nederlands niet hun moedertaal. Maar de manier waarop Trui de fragmenten selecteerde en onder de aandacht bracht, werkte toch. Zo maakte ze telkens een mindmap bij het fragment. Daarvoor stelde ze de leerlingen eenvoudige vragen als: ‘Wie waren de personages?' of ‘Waar zou het zich afspelen?’ Dat is een methode die ik nu ook probeer toe te passen.” Naast uit ‘Zijde’ las Trui ook regelmatig voor uit haar eigen boek ‘Meisjes, moslims & motoren’, waarin ze samen met Gaea Schoeters verslag doet van haar reis met de motorfiets naar Iran.”

Trui heeft veel spannende dingen meegemaakt. Met haar eigen verhaal had ze altijd de interesse van de klas.

2. Wat zijn de elementen van een goed verhaal?

De verhalen die Trui voorlas en de analyse die ze samen met de leerlingen maakte, dienden als opstapje voor de verhalen die de leerlingen zelf moesten optekenen. “In de thuiscultuur van veel leerlingen staat de man op een voetstuk. Daar wilde Trui mee verandering in brengen. De leerlingen moesten daarom vrouwen interviewen die minstens twintig jaar ouder waren dan hen.” In de klas werkte Trui samen met de leerlingen de vragen uit. “Dat deed ze aan de hand van de verhalen die ze voorlas. Wat gebeurde daarin? Wie waren de figuranten? Wanneer speelde het verhaal zich af? Die verhaalelementen moesten er zeker in, maar natuurlijk mochten de leerlingen achteraf ook persoonlijke vragen stellen.”

3. Thuisopdrachten kunnen een obstakel vormen

Tot zover liep alles goed. Maar toen kwam de grote uitdaging: de interviews zelf. Die moesten de leerlingen tijdens de krokusvakantie afnemen. Slechts één leerling haalde de vooropgestelde deadline, en ook de weken nadien bleef het trekken en sleuren om de verhalen binnen te krijgen. “Leerlingen uit richtingen met arbeidsmarktfinaliteit zijn het niet gewend om thuis voor school te werken,” zegt Petra. “Vaak komt dat door hun thuissituatie. Trui was daar zichtbaar van geschrokken. Een volgende keer zou ik daarom zeker benadrukken om geen te hoge verwachtingen te hebben over thuisopdrachten.” Vier leerlingen haakten op dat moment finaal af: “Zij hadden geen verhaal om uit te schrijven. De laatste lessen heb ik met hen apart gewerkt, zodat Trui met de andere leerlingen de teksten kon afwerken.” Over dat eindresultaat is Petra erg tevreden.

Trui had de leerlingen gevraagd om gesprekken van minstens een half uur te hebben. Dat was lang - ik denk dat er bijna niemand in is geslaagd. Maar het zorgde er wel voor dat de leerlingen durfden door te vragen en boeiende zaken te weten kwamen van de vrouwen uit hun omgeving.

4. Anderstalige leerlingen hebben hulpmiddelen nodig

In de klas van Petra zitten leerlingen met verschillende nationaliteiten en moedertalen. De niveauverschillen zijn groot, de meesten hebben geen rijke woordenschat in het Nederlands. “Dat beperkt hen enorm als ze een verhaal moeten uitschrijven. Dat Trui hen stimuleerde om gebruik te maken van online hulpmiddelen, droeg bij aan het eindresultaat. Zonder die tools zou het voor sommige leerlingen gewoon onmogelijk zijn om een tekst te schrijven. Het zorgde er ook voor dat leerlingen meer durf aan de dag gingen leggen. Die hulpmiddelen geven hen vertrouwen. Dat merk ik bijvoorbeeld aan een leerling die het jaar overdoet. Ze is echt opengebloeid dankzij de sessies van Trui. Ze durft nu veel vaker het woord te nemen of een tekstje te schrijven.”

5. Verhalen delen schept een band

Eindigen deed Trui gewoonlijk met een kampvuur. De lavalamp ging aan, kaarsjes werden aangestoken en Trui installeerde zich samen met de leerlingen in een kring op de grond. De achtergrondgeluiden uit de natuur die ze afspeelde, zorgden voor extra sfeer. Rond het kampvuur mochten spannende verhalen worden gedeeld. Trui prikkelde de leerlingen met vragen als ‘Wie heeft er al eens een wild dier gezien?', ‘Wanneer ben je heel bang geweest?’ of ‘Heb je ooit iets gevaarlijks meegemaakt?'.

“Het kampvuur is een fantastische methodiek,” zegt Petra. “Trui toonde echt interesse in de verhalen van de leerlingen. Het droeg ertoe bij dat ze een sterke vertrouwensrelatie opbouwde.” Petra merkt wel dat ze er dit schooljaar zelf niet toe komt om ook een kampvuur te organiseren. “Leerlingen kijken op een andere manier naar mij dan naar een extern iemand die bovendien ook schrijver is én die veel spannende dingen heeft meegemaakt. Het maakt dat ze zich bij haar anders gedroegen dan bij mij. Ik slaag er niet in om dezelfde sfeer te creëren. Althans, toch niet in de klas. Misschien zou zo’n kampvuur wel kunnen werken tijdens een tweedaagse?”

5 TIPS VAN PETRA OM SAMEN MET TAALARME LEERLINGEN EEN VERHAAL TE SCHRIJVEN

  • Literatuur werkt inspirerend. Is lijvige boeken lezen niet haalbaar voor je leerlingen? Lees dan zelf regelmatig een fragment voor. Durf gerust passages uit boeken te kiezen die je op het eerste gezicht als te moeilijk zou bestempelen.

  • Maak op basis van die voorgelezen verhalen samen met de leerlingen een mindmap. Wat zijn de bouwstenen van elk goed verhaal?

  • Moeten de leerlingen thuis een deel van de opdracht doen, voorzie dan een alternatief voor de leerlingen bij wie thuis voor school werken niet evident is.

  • Laat taalarme leerlingen gebruik maken van online hulpmiddelen. Zo kunnen ze langere en complexere verhalen schrijven dan wanneer ze geen hulpmiddelen ter beschikking hebben.

  • Verhalen vertellen en delen met elkaar schept vertrouwen. Stimuleer de orale verteltraditie door de intieme sfeer van een kampvuur na te bootsen in de klas.

Tekst: Katrien Elen