Waarom voorlezen goed is voor de gezondheid

Van 22 tot 30 november is het weer Voorleesweek. Om zo veel mogelijk mensen warm te maken om mee te doen, delen we een artikel uit Schwalbe (het eenmalige magazine dat we publiceerden om 25 jaar Literatuur Vlaanderen te vieren). Auteur Barbara Rottiers zocht antwoorden op de vraag wat voorlezen zo bijzonder maakt. Duik in een bad van verhalen en ontdek waarom dat zo helend kan zijn.

“Ik ben al eens voorlezend in slaap gevallen. Echt waar”, zegt Sanne. Tijdens een etentje met vrienden vraag ik mijn tafelgenoten naar hun voorleeservaringen. Elke vervolgt: “Wanneer mijn moeder ons als kind voorlas, sloeg ze soms pagina’s over. Ze dacht dat we dat toch niet zouden merken. Ja, hallo, die vlieger ging niet op! Dan begonnen wij luid te protesteren. Moeder zal binnensmonds nogal gevloekt hebben; ze dacht er snel vanaf te komen. Mooi niet.” Aïda vertelt dan weer dat haar tweetalige opvoeding ook z’n weerslag had op het voorlezen: “Ma was degene die ons altijd voorlas. Ze kon dat zo rustig en gezellig. Maar toen mijn zus een keer in het ziekenhuis lag, nam pa het voorlezen op zich. Onze pa is helemaal geen mens om voor te lezen – met al zijn kabaal. Hij las ons opiniestukken uit de Télé Moustique voor in het Frans. Caramba! Trauma! Bij welke therapeut kun je daarvoor terecht?” Een andere vriend vertelt hoe hij zelf aan zijn dochter van vijf voorleest: “Ik moet iets bekennen: ik doe dat niet creatief maar heel monotoon. Het is iets dat ik op automatische piloot doe en ze lijkt dat prima te vinden, want ze vraagt er iedere avond naar.” “Dat herken ik”, zeg ik. “Laatst las ik een van mijn neefjes voor. Ik wilde er erg mijn best voor doen – populaire tante spelen, weet je wel – maar dat vond hij helemaal niks. ‘Ik wil mama die voorleest’, pruilde hij.”

Vrouw met bril
© Bob Van Mol
Vrouw met boek
© Bob Van Mol
Groep jongeren met boeken in de hand
© Bob Van Mol

Van complete overdrive naar kalmte

Voor een heel bijzondere voorleeservaring moet ikzelf terug naar de auteursresidentie die ik vorig schooljaar deed in klas 6 kantoor in het Atheneum van Hoboken. Daar had ik onverhoopt meer succes als voorlezer. Samen met een heleboel andere auteurs werd ik door Literatuur Vlaanderen uitgestuurd om een aantal weken op rij enkele uren met een groep jongeren uit het beroeps of technisch onderwijs rond literatuur te werken. Iedere sessie begon ik met een voorleesmoment. Dat sloeg zo aan dat het algauw een vast ritueel werd. In alle eerlijkheid had ik nooit gedacht dat ik een groep lawaaierige en op zichzelf gerichte tieners daarvoor gewonnen te krijgen.

De eerste keer waren ze ongetwijfeld zo uit hun lood geslagen dat iemand hen kwam voorlezen, dat ze daardoor zwegen. De weken nadien wisten ze dat er na dat voorleesmoment niks van hen verwacht werd: geen vragen of ze het allemaal wel goed begrepen hadden, geen punten die gescoord moesten worden. Het voorlezen was alleen een uitnodiging om te luisteren en de enige voorwaarde was de rust van anderen te respecteren. Wie het Nederlands nog niet helemaal machtig was, kon gewoon naar de muziek van de klanken en woorden luisteren. De codes waren meteen duidelijk: voorlezen was iets veiligs en werd met de week vertrouwder.

Het voorlezen was alleen een uitnodiging om te luisteren en de enige voorwaarde was de rust van anderen te respecteren.

Barbara Rottiers

Tijdens een van de sessies nam ik een fragment mee uit ‘De zomer’ van Albert Camus. In dat essay vertelt hij prachtig over zijn jeugd in Algerije. Door zijn woorden verlang je ernaar om naar Oran op vakantie te gaan. Ik droeg het op aan een leerling met Algerijnse roots. Blinken van trots deed hij! En natuurlijk koos ik vooral voor teksten op hun maat, zoals de populaire young adult roman van Bella Mackie, ‘Hoe vermoord ik mijn familie?’. De week nadien werd tot mijn grote verrassing door de leerlingen zelf om het vervolg gevraagd. Nog een andere leerling had tijdens een van de werksessies het woord ‘verrukkelijk’ laten vallen en dus kreeg hij iets uit ‘Het leven is vurrukkulluk’ van Remco Campert. Altijd behapbare literaire fragmenten met een beetje omkadering. Instant gingen ze van complete overdrive na de middagpauze naar kalmte. Als lammetjes hebben ze geluisterd en er hopelijk ook van genoten. Een aanrader dus voor iedereen die in het middelbaar zijn leerlingen stil probeert te krijgen. En ondertussen geef je zomaar wat wereldliteratuur mee. Het was een complete verrassing dat ook jongeren van wie je dat op het eerste zicht niet verwacht zo open stonden voor een voorleessessie. Misschien hebben zij er nog wel meer aan dan anderen. Omdat ze in ons onderwijssysteem standaard onderschat worden in hun interesse voor literatuur en kunst.

Nodig Barbara Rottiers uit voor een auteurslezing.

Voer voor gesprek

Nu wordt er heel veel gezegd over de voordelen van voorlezen. Maar is dat wel zo en welke voordelen zijn dat dan? Met die vragen klop ik aan bij Tine Kuypers, communicatiemedewerker bij Iedereen Leest.

Door jouw werk zit jij aan de bron van kennis over voorlezen. Lees je zelf ook voor, Tine?

“Ja, voor het slapengaan lees ik voor aan mijn kinderen van drie en vijf. Ik zie het als een mooi overgangsmoment van de dag naar de nacht. Bij ons thuis hebben we de regel van drie: drie boekjes en dan slapen. Bij de oudste moeten we nu selecteren, want anders zijn we om middernacht nog bezig. Zij stelt ook veel vragen. Die begeleiding maakt voorlezen zo uniek, vind ik. Het geeft je een mooie inkijk in de leefwereld van je kind en wat ze al kunnen of niet, welke thema’s hen bezighouden. Neem nu het klimaat. Het is niet dat wij daarover aan tafel zware debatten voeren, maar via dat voorlezen kan zo’n thema dan toch ter sprake komen door een boek dat daarover gaat. Voorlezen is een mooi middel om gesprekken te voeren met je kinderen waar je anders nooit toe zou komen.”

Heb jij er zicht op of voorlezen vaak gebeurt?

“Ik ben me er absoluut van bewust in welke luxepositie ik me door mijn werk bevind: ik besef goed wat het belang van voorlezen is en ik ben constant omringd door het beste uit het boekenaanbod. Dat is in veel gezinnen anders. De leeftijdscategorie waaraan het meest wordt voorgelezen, is die waar mijn eigen kinderen nu toe behoren, de kleuterleeftijd. Nadien zwakt het af. Dat komt natuurlijk doordat kinderen in de lagere school zelf leren lezen, dus is er sowieso minder nood aan.”

Portret vrouw in zwart-wit

Jonge kinderen zijn sponsen. Dus als ze door voorlezen nieuwe woorden krijgen aangereikt, onthouden ze die heel makkelijk.

Tine Kuypers

Er wordt veel gesproken over de voordelen van voorlezen. Is er wetenschappelijk onderzoek dat dat onderbouwt?

“Die voordelen zijn inderdaad al uitgebreid onderzocht en we baseren onze aanpak ook op die onderzoeken. Zo is het wetenschappelijk bewezen dat voorlezen een gunstig effect heeft op de taalontwikkeling. Je leert bijvoorbeeld zinsconstructies die je anders niet hoort. Zo hoor ik mijn eigen kinderen soms zinnen uit boeken gebruiken waarvan ik denk: waar hebben ze dat nu toch weer vandaan? Mijn jongste zegt bijvoorbeeld regelmatig: ‘Asjeblieft en graag gedaan.’ Dat hebben wij haar zeker niet zelf op die manier aangeleerd en heeft ze opgepikt uit ‘Garage Gust’ van Leo Timmers. Jonge kinderen zijn sponsen. Dus als ze door voorlezen nieuwe woorden krijgen aangereikt, onthouden ze die heel makkelijk. ‘Children are made readers on the lap of their parents’, zei schrijfster Emilie Buchwald. Dat is een citaat dat ik graag bijtreed. Tijdens het voorlezen leg je een kiem voor later leesplezier. Wat niet wil zeggen dat ouders die voorlezen gegarandeerd kinderen zullen hebben die graag lezen.”

Ligt de voornaamste rol bij ouders als het over voorlezen gaat?
“Ik vind het belangrijk dat je dat aanhaalt, want voorlezen gebeurt namelijk zeker niet alleen door ouders. Ook leerkrachten spelen een ontzettend belangrijke rol. Net als grootouders, verzorgers in de kinderdagverblijven of wie dan ook uit het netwerk van het kind. Je bent als kind niet verloren omdat jouw ouders om gelijk welke reden niet tot voorlezen komen. Ook in kinderopvangen en scholen proberen we het voorlezen te stimuleren. Vanuit Iedereen Leest proberen we zoveel mogelijk materiaal aan te reiken. ‘Ik kan dat niet, hoor, voorlezen!’ is iets wat we soms horen. Dan proberen we de stress rond voorlezen weg te nemen en mensen zoveel mogelijk te ondersteunen. Online kun je heel wat eenvoudige tools vinden. We zijn ons er ook erg van bewust dat het een spreidstand is tussen het ideaal van een omkadering, waar voorlezen net zo belangrijk wordt geacht als het vieruurtje en een propere luier, en de realiteit. Maar we proberen het aan te bieden als een gewoonte en niet als iets onoverkomelijks.”

Nuance in je wereldbeeld

Benieuwd hoe het in de praktijk gaat, leg ik mijn oor te luisteren bij Jesse Van de Kerckhove, boekenjuf op de Vrije Basisschool De Plein in Holsbeek en enorm gedreven als het over lezen en voorlezen gaat.

Wat houdt het precies in om boekenjuf te zijn, Jesse?

“Ik ben boekenjuf voor onze hele lagere school. Een school kiest of ze daar iemand voor aannemen of niet. Als boekenjuf bepaal ik onder andere het leesbeleid op school. Ik doe dat nu al twaalf jaar en we merken dat het steeds meer nodig is om daarop in te zetten. Als leerkracht ben ik van mening dat je je klas dagelijks het cadeau van voorlezen zou moeten doen. Als we naar de bib gaan, is dat ook nooit gewoon van ‘Kies maar vier boeken uit en we verzamelen over een half uur aan de uitgang.’ Dat is bij ons nooit vrijblijvend. We bedenken altijd een opdracht, bijvoorbeeld ‘het boekcadeau’, waarbij de leerlingen op basis van tips op de Boekenzoeker.be een boek uitkiezen voor een klasgenoot.”

Voorlezen is een heel belangrijk onderdeel van de leescultuur op jouw school. Waarom?

“Kinderen lezen steeds minder en als leerkracht heb je dan een voorbeeldfunctie. Het helpt kinderen niet alleen hun woordenschat te verrijken, maar het stimuleert ook hun gevoel voor empathie, fantasie en niet onbelangrijk: nuance. In een wereld vol polemiek kan lezen voor nuance helpen zorgen in de manier waarop je naar de wereld kijkt. Het is zo belangrijk om dingen in vraag te durven stellen. Weet je, lezen is eigenlijk heel moeilijk. Dus je moet kinderen daarbij helpen, net zoals je hen begeleidt om een vraagstuk en procenten bij wiskunde op te lossen. Lezen is niet evident. Door voor te lezen kun je als leerkracht tools aanreiken. Je biedt de leerlingen leesstrategieën aan. Tijdens het voorlezen kruip ik als het ware in de rol van een lezend kind en probeer zo dingen hardop in vraag te stellen. Dat gaat dan van: ‘Wacht, wie is dat personage ook alweer? In welk hoofdstuk werden de personages voorgesteld?’ Dat is helemaal anders dan het voorlezen dat een ouder thuis doet en ook anders dan het genietend voorlezen dat we vaak tijdens de middagpauze bij de boterhammen doen. Waarmee ik nu vooral niet wil zeggen dat voorlezen in de klas saai is. In tegendeel! Nogmaals, ik zie het echt als een cadeau, voorlezen aan een klasgroep.”

Portret van vrouw

Bart Moeyaert en Daan mogen mij zeker eens ambachtelijk authentiek live komen voorlezen.

Jesse Van de Kerckhove

Hoe school je jezelf bij rond voorlezen?

“We zijn hier echt verwend in ons land. Om te beginnen is er veel materiaal om uit voor te lezen. Met het Nederlandstalige aanbod alleen al kom je een heel eind. Alles wordt ons op een schoteltje aangeboden door Iedereen Leest. Maar ook veel bibliotheken leveren schitterend werk. Laatst nam ik deel aan een samenleesdag en ben ik zelf nog eens voorgelezen – wat was me dat genieten. Het live gebeuren maakt het ook zo bijzonder. Voorlezen is een kunst op zich en niet iedereen kan dat goed. Als ik zou mogen kiezen, dan mag Bart Moeyaert zeker eens komen voorlezen. Hoe hij dat doet! Maar weet je wie ook? Daan. Jawel, Daan de muzikant. Ik hoorde hem bezig in de podcast Bar Miroir. Daarin vertelde hij dat hij ook voorleest aan zijn dochter. Wat heeft dat meisje geluk, zeg. In die podcast las hij voor uit ‘Mijn vader’ van Toon Tellegen. Zo waanzinnig goed gedaan. Ja, Bart Moeyaert en Daan mogen mij zeker eens ambachtelijk authentiek live komen voorlezen, heerlijk!”

Nodig Bart Moeyaert uit voor een auteurslezing.

Vrouw in wei met schapen op achtergrond
© Paul Willaert
Boek cover met titel Ik ga naar de schapen
Vrouw met kinderen op een bankje in de natuur
© Marieke De Maré

Literatuur als medicijn

Het plezier dat boekenjuf Jesse zelf aan voorlezen beleeft, legt meteen een veelvoorkomend misverstand bloot, namelijk dat voorlezen alleen voor kinderen is. Niets is minder waar: ook volwassenen kunnen er veel plezier aan beleven. Iemand die daar graag over vertelt, is schrijfster Marieke De Maré. Samen met Lara Taveirne was ze stadsschrijver in Brugge en recent werd ze bekroond met de F. Bordewijk-prijs voor haar roman ‘Ik ga naar de schapen’.

Zelf heb ik vooral voorleesherinneringen aan juffrouw Greta uit de derde kleuterklas die ons voorlas uit ‘Honkie en Ponkie’. Misschien bleef die herinnering overeind omdat er een foto van bestaat: de hele klas die juffrouw Greta met open mondjes aanstaart terwijl ze voorleest uit de verhalenbundel van Jac Linders. Heb jij zulke herinneringen, Marieke?

“Ik heb scherpe herinneringen aan het voorlezen door juffrouw Kristien. Wellicht heeft dat me gevormd tot wie ik nu ben, een verhalenverteller. In de derde kleuterklas las juffrouw Kristien ons iedere dag voor uit ‘Pluk van de Petteflet’. Ik heb haar nadien lang niet meer gezien, maar door de twee boeken die ik nu heb gepubliceerd, ‘Bult’ en ‘Ik ga naar de schapen’, heeft ze contact met me opgenomen. Zij herinnert zich ook nog goed hoe ik naar haar zat te staren terwijl ze voorlas. Dat moment moet in allebei onze levens iets gedaan hebben. Zij en ik kunnen zo weer naar dat appartement van Pluk gaan, want we zijn daar allebei geweest. Ik heb dat boek hier thuis trouwens in drievoud liggen. Tussen ons als voorlezer en ontvanger van het verhaal is iets magisch gebeurd.”

Welke plaats neemt voorlezen in volwassen jouw leven in?

“Voorlezen is het allerleukste dat er bestaat. Het staat heel hoog op de ladder van lievelingsdingen. De nood om verhalen te delen met anderen is bij mij heel groot. Een tekst gewoon tot mij nemen en vervolgens zwijgen, dat gaat gewoon niet. Het plezier zit minstens evenveel in het doorgeven van een tekst als die tot mij nemen. Hoe ouder ik word, hoe meer ik in een web van verhalen kom. De zin van het leven ken ik niet, maar op die manier ben ik daar wel mee bezig. Om nu voort te gaan op dat web, laatst las ik mijn jongste dochter een gedicht voor over twee spinnen die een web aan het maken zijn. De meisjes zijn nu wat te groot voor de typische voorleesverhaaltjes, dus kies ik regelmatig voor poëzie. Dat gaat al gauw niet meer over die twee spinnen, maar over ons. Ze kijkt me dan met grote ogen aan omdat ze weet dat ik bang ben voor spinnen. En dan beginnen we te praten over onze angsten. Elkaar beter leren kennen via de literatuur – dat is toch prachtig? Via voorlezen kun je wat zachtheid in de wereld brengen. Er is zoveel hardheid, van een speelplaats op school met al dat getier en geroep, tot het wereldnieuws. Voorlezen staat daar haaks op.”

Via voorlezen kun je wat zachtheid in de wereld brengen.

Marieke De Maré

Laatst postte je een bijzonder voorleesverhaal op Facebook, begeleid door een foto van jou en je drie dochters op een bankje, uitkijkend over een vrij leeg landschap. Wat heeft dat beeld met voorlezen te maken?

“Tijdens de Voorleesweek in november 2024 werd ik gevraagd om te gaan voorlezen in UZ Gent op de afdeling hematologie, die geleid wordt door professor Tessa Kerre. Dat is best een zware afdeling. Daar liggen mensen met stamceltransplantaties in strenge isolatie. Sommige patiënten zijn daar heel moe van. Fysiek is het heel ingrijpend. Tessa Kerre had me nadrukkelijk gevraagd om de patiënten niet te belasten met vragen over hun ziekte – daar zijn ze al de hele dag mee bezig. De professor is ervan overtuigd dat in een ziekenhuis kunst net zo belangrijk is als de maaltijden en de medicatie. Zeker op zo’n afdeling. Kunst gaat vaak over leven en dood en benadert daardoor het dichtst wat zij meemaken. Die namiddag is er mij iets heel bijzonders overkomen in de kamer van een patiënt, Paul. De verpleging had me al gezegd dat Paul enorm naar mijn bezoekje uitkeek. Toen ik binnenkwam, zei Paul meteen: ‘Ik heb jouw twee boeken gelezen en vond ze heel goed.’ Dus zijn we bijna niet aan voorlezen toegekomen, maar hebben we daar een intens gesprek over gehad. Ineens zei Paul alsof hij een groot geheim prijsgaf: ‘Marieke, ik weet waar de setting van jouw boek ‘Bult’ is.’ ‘Ah ja?’ zei ik. Want dat is een fictief verhaal over een aantal personages die op een heuvel wonen. Nu had ik al veel reisfoto’s van lezers ontvangen die ergens een plek gezien hadden die hen aan ‘Bult’ deed denken, maar dit was toch anders – met coördinaten en al! In de kerstvakantie ben ik daar met mijn man en kinderen naartoe geweest. Het was niet 100% hetzelfde, maar het landschap dat ik zag, kwam wel heel erg dicht in de buurt van het decor van mijn boek. Ik kreeg er echt kippenvel van. Ineens benaderde de fictie in mijn hoofd de werkelijkheid. ‘Zie mij hier nu staan in de fantasie van een lezer’, dacht ik. Ik wil ook niet publiek maken waar het is, omdat ik toekomstige lezers hun plezier niet wil ontnemen. Ik heb Pauls nummer tijdens dat voorleesmoment gevraagd en hem beloofd een foto te sturen als ik er zou geraken. Dat heb ik natuurlijk gedaan. Het ging gelukkig ook beter met hem.”

Met andere woorden: we moeten de kracht van kunst niet onderschatten.

“Inderdaad, het werkt zo helend. In mijn geval gaat het dan specifiek over literatuur. Het is ongelooflijk wat Tessa Kerre daar in het ziekenhuis in Gent allemaal doet. Ik denk dat we dat allemaal meer zouden moeten doen, dat daar meer in moet worden geïnvesteerd. Paul was er evengoed van aangedaan dat het een uitwisseling werd in plaats van dat ik hem iets gaf. Als je patiënt bent, moet je altijd maar ontvangen. En het deed hem zichtbaar deugd om mij iets terug te kunnen geven. We spraken die sessie over twee fictieve personages die wij allebei heel goed kenden. En dat was heel bijzonder.”

Nodig Marieke De Maré uit voor een auteurslezing.

Voorleesweek 2025

Surf naar de website van de Voorleesweek voor tips en inspiratie rond voorlezen.

25 jaar literatuur in Vlaanderen

Dit jaar viert Literatuur Vlaanderen haar 25-jarig bestaan onder andere met een unieke publicatie over boeken en auteurs. Schwalbe bericht 180 pagina's lang op een open, toegankelijke en laconieke manier over wat er reilt en zeilt in de wereld van het boek. Schwalbe is te koop in je boekhandel of te leen in jouw bibliotheek en bevat bijdragen van onder andere Tom Lanoye, Maud Vanhauwaert, Jeroen Olyslaegers, Gaea Schoeters, Matthijs de Ridder en vele anderen.

Reportage door Barbara Rottiers. Barbara heeft ook een auteurspagina op deze website, dus aarzel niet om haar uit te nodigen voor een auteurslezing.