In januari begon Hilde Van Cauteren aan een auteursresidentie met zeventien leerlingen uit de klas 4 sport van het GO! Atheneum Denderleeuw. Hilde schreef een boeiend verslag over enthousiasme en inzet, weerstand en doorzettingsvermogen, talent en trots. Want meer nog dan een boek, is het resultaat van haar residentie de ontdekking dat verhalen lezen én vertellen niet alleen is weggelegd voor leerlingen uit de doorstroming.

Voor we aan de echte sessies begonnen, ging ik langs om met alle leerlingen afzonderlijk kennis te maken. Lezen bleek voor de meesten absoluut niet hun favoriete tijdsbesteding en als het dan echt moest, grepen ze het liefst naar een spannend boek. De meesten bedankten resoluut voor het schrijven van poëzie, en al helemaal voor het maken van een voorstelling voor publiek. Oké dan, kortverhalen schrijven, dat zagen ze misschien nog wel zitten. En dat hebben ze dus gedaan.

Net zoals je voor het sporten eerst de spieren opwarmt, begonnen we tijdens de auteursresidentie elke sessie met toegankelijke oefeningen om de schrijfspieren op te warmen: van absurde excuses voor telaatkomers tot nieuwe, handige superkrachten. Daarna werd hun taalgevoel getraind met grotere schrijfoefeningen. Aan de hand van portretfoto’s bedachten we fictieve personages, we oefenden in ‘show, don’t tell’ en we zochten manieren om een verhaal spannend te maken. In elke sessie wisselde ik schrijfoefeningen af met lees- en voorleesmomenten.

Het blijft geweldig om te zien hoe goed voorlezen werkt, bij elke leeftijd.

Inzet & doorzettingsvermogen

We gingen op zoek naar een overkoepelend thema voor de verhalenbundel en er werd gebrainstormd rond verschillende ideeën. Eén leerling mailde me met een ambitieus idee: elk kortverhaal zou onderdeel worden van een game en in elk verhaal zou je een visie op het leven krijgen. Dat leek me wel wat, en ik verdiepte me enthousiast in de wereld van games en readification. Al snel bleek dat ik al die voorbereiding terug mee naar huis mocht nemen. De klasgroep bedankte voor een overkoepelend thema, en al zeker voor het geven van hun persoonlijke visie op het leven. Soms moet je een stap terugzetten om weer vooruit te geraken. We keerden terug naar de fictieve personages van de eerste sessies en iedereen ging aan de slag rond een persoonlijk gekozen thema.

“Wordt dat dan echt een boek, mevrouw?”

Dat leken ze nog niet helemaal te geloven.

Om praktische redenen werd onze vijfde sessie er een van vier lesuren, in plaats van twee. Dat bleek niet de slimste zet. Ook al had ik diverse werkvormen voorzien en mochten de leerlingen in duogesprekken hun personages aan elkaar voorstellen, een hele ochtend was gewoon te lang en rond elf uur zaten de leerlingen duidelijk in een dip. Mijn aanwezigheid was niet meer ‘nieuw’ en ze kwamen stilaan tot de conclusie dat voor het schrijven van een verhaal ook wel wat inzet en doorzettingsvermogen nodig is. Sommigen worstelden ook met de taal op zich, en moesten zoeken naar het juiste Nederlandse woord of de correcte uitdrukking. Voor leerlingen die thuis Frans spreken, was dat immers een extra uitdaging. Maar gek genoeg kwamen we meteen na die dip en wat bijbehorend gemopper tot de conclusie: kijk, we zijn vertrokken! Iedereen heeft het begin van een verhaal te pakken.

Echte schrijvers hebben een redacteur

Na elke sessie mailden de leerlingen me de laatste stand van hun verhaal opnieuw door, en ik antwoordde met vragen. Hoe zie je dat aflopen? Hoe maak je dat extra spannend? Kun je me hier nog wat meer overtuigen? Eén jongen bleek genoeg ideeën te hebben om over een paar jaar de Hercule Poirotprijs te winnen en een meisje met dyslexie schreef grammaticaal niet de beste tekst, maar inhoudelijk een van de meest meeslepende verhalen. Ik heb met veel plezier de rol van redacteur op mij genomen. Ze weten nu dat ook echte schrijvers een redacteur nodig hebben en dat dyslexie geen belemmering hoeft te zijn om een goed verhaal te vertellen.

Het belangrijkste resultaat was dat alle leerlingen tot de ontdekking kwamen dat verhalen lezen én vertellen niet alleen is weggelegd voor leerlingen uit de doorstroming.

Op 19 juni trok ik een laatste keer naar Denderleeuw met ‘Onverwacht’, een ‘echt boek’ met korte verhalen, geschreven door de leerlingen van 4 sport. Op de cover een sportveld met een pen op de middenstip, en al hun namen. Ik dank Adam, Thibau, Ruben, Renske, Mathias, Thimo, Julie, Bo, Noah, Mathias, Noor, Noah, Jarno, Andreas, Ruben, Matteo en Xander voor de fijne sessies en hun enthousiaste leerkracht Jolien De Groeve voor de goede samenwerking. Ze hebben dat goed gedaan, daar in Denderleeuw!