Roobjee Pjeroo
Biografie
Pjeroo Roobjee (1945) is schilder, tekenaar, graficus, causeur, auteur, theatermaker, entertainer en zanger. Hij volgde lessen schilderkunst, tekenkunst en graveren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Gent en aan de voorbereidende afdeling van de Rijksacademie te Amsterdam. Van zijn hand verschenen een twintigtal romans en verzamelde kortverhalen, theaterstukken en enkele dichtbundels. Hij vertaalde en bewerkte onder meer ook theaterstukken van Dario Fo, Gildas Bourdet, Molière, Marcel Achard, Alan Ayckbourn, Tankred Dorst en Alfred Jarry.
Pjeroo's plastische en literaire bezigheden werden intussen meermaals bekroond. Zo werd hij menig keer onderscheiden in de Prix de la Jeune Peinture, werd hij laureaat van de Leo J. Krijnprijs voor zijn debuutroman ‘De Nachtschrijver’ (Manteau, 1966) en ontving hij in 1984 de Eugène Baie-prijs. In 1994 werd hem de Louis Paul Boon-prijs toegekend, in 1998 werd hij bekroond met de Arkprijs van het Vrije Woord en in 2004 werd hij laureaat van de Cultuurprijs van de stad Gent voor zijn literair werk. In 2018 werd hem de Luc Bucquoye-prijs van de Vrije Universiteit Brussel verleend voor zijn schrijverschap.
Uitgelichte titels
Composteer mij
Niets te vieren
De zomer van de neusbloedingen
Lezingen
Pjeroo leest voor uit eigen werk met ruimte voor reacties uit het publiek. Hij geeft ook lezingen over zijn kunstenaarschap waarin het huwelijk tussen zijn literaire en plastische werkzaamheden uit de doeken wordt gedaan. In de lezingen over zijn kunstenaarschap komen zowel zijn geboortestad Gent als schrijvers zoals Richard Minne, Hugo Claus, Louis Paul Boon enzovoort aan bod. De beat generation, de adem van Remco Campert en de bebop cats, zijn nooit veraf en altijd voelbaar.