“Ik maak voortdurend reizen in de poëzie”

Ivo van Strijtem is dichter, essayist, bloemlezer en leraar literaire creatie. Sinds jaar en dag gidst hij zijn publiek door de wereld van de poëzie, die volgens hem uit het boek moet treden. Dat Ivo een geboren verteller is en ervan houdt om ernst en luim te wisselen, blijkt duidelijk uit zijn lezing voor het Brussels Ouderenplatform die Bob Van Mol voor ons in beeld heeft gebracht.

Op woensdagmiddag 8 oktober schuif ik aan tafel bij het Brussels Ouderenplatform (Bop), een open huis waar Brusselse ouderen kunnen deelnemen aan een breed gamma activiteiten. Een van die activiteiten is de driemaandelijkse auteurslezing door Ivo van Strijtem. Vandaag valt die samen met de aftrap van Europalia España en dus staat de lezing in het teken van de Spaanse poëzie door de eeuwen heen. “We reizen naar de Gouden Eeuw, waar ik me natuurlijk ga beperken tot enkele dichters”, trapt Ivo af.

Ik lijk wel de Dag Allemaal, maar het is nog niet gedaan.

In het bundeltje met gedichten dat alle aanwezigen hebben ontvangen, staan Nederlandse vertalingen, soms met het Spaanse origineel ernaast. “Ik vind de vertalingen van Dolf Verspoor vaak nog beter dan het origineel”, bekent Ivo. En dan is het tijd om in de teksten te duiken.

Ivo begint met een vergelijking tussen Gongora en Quevedo en leest van beiden een gedicht voor. “Waar Gongora vaak beeldspraak uit de Oudheid gebruikt, zijn de teksten van Quevedo eerder direct en niet te moeilijk. Die twee tijdgenoten konden elkaar niet uitstaan! Op een bepaald moment zat Gongora in geldnood door gokschulden. Quevedo kocht daarop zijn huis om het snel verder te verkopen, gewoon om Gongora een loer te draaien.”

Vervolgens bezingt Ivo de lof van Lope de Vega. “De Spanjaarden werden tijdens de Spaanse Armada in de pan gehakt door de Engelsen. Slechts enkele schepen keerden terug. Op een daarvan zat de Vega. Hij was niet alleen een avonturier pur sang, maar hij schreef toneel op een tempo zoals wij de krant lezen. Een genie! Er wordt gefluisterd dat hij al vloeiend Latijn sprak op z’n vijfde. Zijn biografie is één lange aaneenschakeling van amoureuze verwikkelingen. Zo verkocht hij toneelteksten aan een man en hield terwijl aan met diens vrouw. De relatie duurt vijf jaar tot zij het uitmaakt. De Vega is zo boos dat hij niks dan slechts schrijft over het koppel. Op den duur moet hij op de loop en vertrekt met de zestienjarige Isabelle Al Dente. Ze reizen samen tot ze in het kraambed sterft. Ik lijk wel de Dag Allemaal, maar het is nog niet gedaan. Juanna, de dochter van een slager was zijn volgende grote vlam. Tegen haar vader zei hij: ‘Slager, ik kom uw schoonste vlees halen!’ Je kunt de Vega gerust naast een Cervantes zetten, want zijn stukken worden nog steeds gelezen.”

Na het derde gedicht merkt iemand uit het publiek op dat het allemaal sonnetten zijn. “Ja, inderdaad”, bevestigt Ivo, zichtbaar blij met de interventie. Hij rondt lachend het deel over de Vega af: “Gelukkig werd hij nog net voor zijn dood tot priester gedoopt om al zijn zonden te vergeven.”

Lezing Ivo Van Strijtem
Lezing Ivo Van Strijtem
© Bob Van Mol
Lezing Ivo Van Strijtem
© Bob Van Mol
Lezing Ivo Van Strijtem
© Bob Van Mol

Dankzij Ivo’s enthousiasme schuiven we naadloos door naar de 19de eeuw. “Eindelijk een vrouw, Rosalia de Castro! Lange tijd was poëzie schrijven een mannenaangelegenheid. Gelukkig is het evenwicht intussen hersteld en zijn er vandaag de dag veel vrouwen die heel goede poëzie schrijven.” Ivo leest een gedicht van de Castro voor en vult alweer aan met sappige weetjes. “Haar moeder was van adel, maar haar vader was priester, dus moest haar moeder met Rosalia op de loop. Al heel jong begon ze te schrijven. Ze kwam op haar pootjes terecht toen ze huwde met een man van wie ze heel veel vrijheid en steun kreeg, ook al hadden ze samen zeven kinderen. Best verrassend voor die tijd. Ze schreef eerst in het Galicisch, later in het Spaans en had een boon voor mensen in armoede.” Na het gedicht ‘Alleen’ merken meerdere mensen in het publiek op hoe eenvoudig mooi de dichteres zich uitdrukt. “Rosalia wordt vaak overgeslagen, maar volledig onterecht!”

Dan is het tijd voor een pauze. “Ik doe dit al bijna twintig jaar”, lacht Ivo. “Ik maak eigenlijk voortdurend reizen in de poëzie, met Rusland als specialiteit. Zo heb ik een reeks van twintig boeken uitgegeven bij Lannoo onder de titel ‘De mooiste van …’. Die hebben goed verkocht. Het project hier heb ik ooit zelf voorgesteld, het is gestart als een samenwerking tussen Muntpunt, De Markten en BOp. Dat was wel spannend in het begin: bij de eerste voorstelling waren er zes mensen. Langzaam is dat beginnen groeien en nu heb ik doorgaans dertig tot veertig toehoorders. Er is een vaste kern, maar regelmatig zie ik ook nieuwe gezichten. Vaak zijn het oudere mensen die er soms meer van weten dan ikzelf. Nu hou ik het op een viertal voorstellingen per jaar, vroeger wel acht.”

Dichters verkopen niks, maar staat er ergens een dictator op, dan zijn ze wel de eersten die in de gevangenis belanden.

Na de pauze gaat Ivo verder met gedichten van Salinas, Machado en Ramon, én uiteraard weetjes over de betreffende schrijvers. Ik onthoud ook nog deze uitspraak: “Dichters verkopen niks, maar staat er ergens een dictator op, dan zijn ze wel de eersten die in de gevangenis belanden”. En dan slaat de klok al vier uur, het einde van de twee uur durende lezing. Een hartelijk applaus volgt. “Volgende keer vieren we mijn twintigjarige jubileum. Ik ga me eens goed uitleven. We maken er een poëtisch feest van!”

Lezing Ivo Van Strijtem
© Bob Van Mol
Lezing Ivo Van Strijtem
© Bob Van Mol
Lezing Ivo Van Strijtem
© Bob Van Mol

Ik praat nog even na met Greta, mijn tafelgenoot na de pauze. Ze vertelt me dat het de eerste keer is dat ze komt: “Ik ben studente Spaans en lees ook erg graag. Ik was aangenaam verrast door het werk van Rosalia. Poëzie is niet iets waar ik snel naar grijp, maar ik ben verbaasd over de schoonheid die we vandaag troffen. Het was laagdrempelig gebracht, een leuke middag waar je toch wat informatie opdoet waar je je nadien verder in kunt verdiepen. Ik denk dat ik terugkom!”

Verslag door Bob Van Mol.