Joseph Pearce
Biografie
Joseph Pearce (1951) studeerde Germaanse Filologie aan de KU Leuven en gaf Nederlands en Engels op het Onze-Lieve-Vrouwecollege in Antwerpen. Hij debuteerde met ‘Land van belofte’ (Houtekiet, 1999), de familiekroniek van zijn over de hele wereld verspreide Duits-Joodse verwanten. Het boek werd naar het Frans, Pools en Russisch vertaald. Daarna volgden onder meer ‘Vaderland’ (Meulenhoff/Manteau, 2008), ‘Suikertantes’ (De Bezige Bij Antwerpen, 2012), en ‘Tussen Oder en Zenne’ (Atlas Contact, 2022). Tot voor enkele jaren was Joseph boekenrecensent bij De Morgen en sportcolumnist bij De Standaard. Voor Pearce is lezen een oefening in empathie: woorden trekken de lezer en lezeres andermans leven binnen, woorden zijn nodig als ze iets te weten willen komen. Voorts is hij door de geschiedenis gefascineerd. Elke tijd is van nu, de geschiedenis is niet het verleden. Vooral zijn Joodse familiegeschiedenis boeit hem, niet enkel omdat zijn Joodse familie de Shoah heeft meegemaakt, maar ook omdat hij trots is op hun parcours van Joodse emancipatie.
Uitgelichte titels
Vaderland
Vaderland
Tussen Oder en Zenne
Lezingen
Joseph onderscheidt drie soorten lezingen.
- Een interview door een journalist of een lid van een leesgroep, bibliotheek, boekhandel, cultureel centrum of school. Hij verwacht dan niet dat de vragen eerst aan hem worden doorgespeeld. Veel liever antwoordt hij spontaan op de vragen, improvisatorisch als het ware, zodat hij zich kan laten leiden door wat hem op dat ogenblik te binnen schiet. Ervaring heeft hem geleerd dat het publiek dan niet enkel meer te weten komt, maar hopelijk ook ten goede kan verrast worden.
- Een lezing over een of ander werk, desnoods over het hele oeuvre. Hij bereidt zo’n lezing grondig voor, waarbij hij vooral op de grote thema’s en op de literaire stijl focust. Achteraf zijn vragen uit het publiek meer dan welkom.
- Een lezing over een bepaald thema: zijn Joodse familiegeschiedenis bijvoorbeeld, of de geschiedenis van zijn Vlaams-katholieke familie van moederszijde. In ‘Tussen Oder en Zenne’ (2022) verbindt hij beide geschiedenissen. Het hoofddoel? De aanwezigen vertellen dat hij als zogenoemde Vaderjood, een term die door de Nederlandse auteur Andreas Burnier is ‘uitgevonden’, openstaat voor eenieder die in de samenleving wordt gediscrimineerd of die door oorlog uit zijn of haar geboorteland moet vluchten. Zijn Joodse grootouders en hun zoon – zijn vader – waren vluchtelingen, slachtoffers van een monsterlijke ideologie.