Inge Rylant

Contact opnemen

Biografie

Inge Rylant (1987) is een illustrator en printontwerper uit Antwerpen. Na haar studie aan Sint-Lucas Antwerpen werkte ze aan uiteenlopende projecten, die opvallen door een fris kleurenpalet en een hedendaagse beeldtaal. Haar illustraties vind je in kinderboeken, op kleding en in andere media. Inge is de illustrator achter ‘Wijze Weetjes’ (Pelckmans), een reeks die het genre ‘weetjesboeken’ op een heel nieuwe manier invult en kinderen op een andere wijze naar de wereld laat kijken, met veel verbeelding en fantasie. Ook bracht ze enkele kartonboekjes voor de allerkleinsten uit, en recent ook een non-fictieboek voor kinderen vanaf 4 jaar. ‘Dat kan ik niet, dat kan ik wel’ (Pelckmans, 2022) nodigt aan de hand van dierenweetjes kinderen uit tot een gesprek over talenten, gebreken en eigenheid. Een aanmoediging om te groeien en dingen te proberen die buiten je comfortzone liggen. De illustraties van Inge vinden hun inspiratie in de wondere wereld van de natuur. Bizarre beesten, wonderlijke planten en verrassende kleuren leiden tot fijne beelden. Ook Japan is een grote inspiratiebron. Met het debuut ‘Mag je haaien aaien?’ won het team achter ‘Wijze Weetjes’ de prijs van de Leesjury en een Henry van de Velde Award.

Uitgelichte titels

Mag je haaien aaien?

Dat kan ik niet, dat kan ik wel

Kunnen vogels niezen?

Lezingen

WORKSHOP 6+

Fantaseren en abstraheren. Een workshop voor kinderen tussen 6 en 8 jaar, en eerste lezers. De workshop bestaat uit twee delen, is interactief en kan drie tot vijf kwartier duren (afhankelijk van de grootte van de groep) Deel 1: Na een korte introductie stelt Inge de boekenreeks ‘Wijze Weetjes’ voor, en leest ze verschillende vragen uit ‘Mag je haaien aaien?’ voor. Hebben kinderen andere antwoorden op de vragen, dan mogen ze die geven. Ze stimuleren elkaar in het zoeken naar alternatieve oplossingen. Humor is daarbij de beste saus! Vervolgens is er een open kringgesprek met de kinderen, waarbij ze zelf nieuwe vragen mogen bedenken. Welke vragen hebben zij in hun hoofd. Waar zijn zij echt benieuwd naar? Elke vraag maakt steeds nieuwe andere vragen wakker. De kinderen mogen alle vragen stellen die in hen opkomen. Alle vragen worden genoteerd. Daarna gaat Inge samen met de kinderen op zoek naar fantasieantwoorden. Hier kan thematisch gewerkt worden rond natuur, dieren, de aarde of algemeen zonder specifiek thema. Deel 2: Nadat elk kind een vraag heeft gekozen, wordt er gewerkt rond illustreren en het abstraheren van beelden. Aan de hand van papieren vormen in verschillende kleuren en formaten maken de kinderen een abstracte tekening of collage die aansluit bij de vraag die het kind zich stelt. Vervolgens leren ze inzoomen en een detail uit de tekening te stileren. Zo maken ze hun eigen pagina uit een ‘Wijze Weetjes’-boek. De workshop eindigt met een klein presentatiemoment. Iedereen neemt zijn geïllustreerde pagina natuurlijk ook mee naar huis.

LEZING VOLWASSENEN

Een lezing voor bibliotheekmedewerkers, boekenjuffen en -meesters, leerkrachten en iedereen die interesse heeft in Inges werk als illustrator. Aan de hand van een presentatie komt ze vertellen over haar werk. Hoe ze eraan begon, hoe haar werk en stijl evolueerden, welke opdrachten ze allemaal doet en waar ze haar inspiratie vindt. Extra nadruk ligt op haar werk als illustrator voor kinderboeken. Ze vertelt over het tot stand komen van haar boeken, hoe ze een tekening opbouwt, wat belangrijk is bij het tekenen voor (jonge) kinderen en geeft een kijkje achter de schermen. De lezing duurt een 30-tal minuten en wordt daarna gevolgd door een vraaggesprek (eventueel met moderator).

Praktisch

Workshop 6+: Afhankelijk van beschikbaarheid komt Inge alleen of met de auteur/vormgever van het boek. Afhankelijk van de grootte van de groep is er extra begeleiding nodig bij het knutselen.
Papier en boekjes brengt Inge mee, de organisator voorziet het knutselmateriaal (lijm, stiften, schaar)
Lezing: Inge maakt graag gebruik van een groot scherm om haar presentatie te tonen.
Lezingen voor grotere groepen zijn mogelijk.
De locatie moet bereikbaar zijn met het openbaar vervoer.