Wil je graag informatie ontvangen over boeiende lezingen en een overzicht krijgen van nieuwe auteurs op deze website? Schrijf je dan in voor onze maandelijkse nieuwsbrief vol inspiratie en handige tips!
Om het meeste uit het bezoek van een auteur in de klas te halen, laat je een auteurslezing het best deel uitmaken van een krachtig taal- en leesbeleid op school. Hoe ga je met een auteurslezing aan de slag? Zorgleerkracht Kimberly Didden van lagere school Sint-Michiel in Leopoldsburg deelt zeven inzichten uit de schoolpraktijk.
Op Sint-Michiel wordt er hard ingezet op lezen. “We merken dat onze leerlingen die extra stimulans nodig hebben,” zegt zorgleerkracht Kimberly Didden, die deel uitmaakt van de werkgroep lezen. “In veel gezinnen wordt er thuis weinig tot niet gelezen. Op verschillende manieren proberen we daarom het technisch lezen en het leesplezier te stimuleren. De auteurslezingen die we ieder jaar organiseren, maken daar deel van uit. In elk leerjaar nodigen we een andere auteur uit.” Wat maakt van die lezing een succes? Kimberly deelt zeven inzichten.
“De meeste auteurs komen hier elk jaar opnieuw. Als we tevreden zijn, nodigen we hen opnieuw uit. Zo komen Nadia Babazia (voor het eerste leerjaar), Frank Daenen (voor het tweede leerjaar) en Stefan Boonen (voor het vierde) hier al een paar jaar over de vloer. Hun lezingen zijn altijd een succes. Andere namen zijn al eens gewisseld. Als we een nieuwe lezing zoeken, dan raadpleegt onze secretariaatsmedewerker Agnes het aanbod op de website van auteurslezingen en legt de leerkrachten enkele opties voor waaruit we kunnen kiezen. Ze waakt er daarbij over dat er genoeg variatie zit tussen de lezingen van de verschillende leerjaren. Verder polsen we soms bij collega’s van andere scholen naar hun ervaringen met auteurslezingen of vinden we tips in Facebookgroepen voor leerkrachten.”
“Auteurs bezorgen ons normaal gezien een korte infofiche met wat ze gaan vertellen en welke boeken aan bod zullen komen tijdens de lezing. Die boeken halen we dan in de klas. Maar we gaan er niet op voorhand in lezen, of toch niet te veel. We willen vermijden dat de leerlingen tijdens de lezing zeggen: “Dat kennen we al.” Meestal beperken we ons op voorhand tot een beetje info over de auteur. De leerlingen van het vijfde en zesde laten we die biografische informatie zelf opzoeken. We dragen hen ook op om vooraf een paar vragen te bedenken, maar verder laten we ons graag verrassen. Ik vind: je moet de leerlingen prikkelen, maar je mag nog niet te veel verklappen.”
“Wij hebben van elk leerjaar vier of vijf klassen, maar voor een lezing zetten we maximaal twee klassen samen. Zo hebben de leerlingen de kans om vragen te stellen en is er genoeg interactie. Ook voor de auteur is het aangenaam als de groep niet te groot is. Om de aandacht van de leerlingen erbij te houden kiezen we voor lezingen van een half uur tot een uur. De auteurs vertellen, maar er is ook altijd een speels element: een liedje of een kleine activiteit. Uiteraard wordt er meestal ook voorgelezen.”
“Met de collega’s doen we altijd actief mee tijdens de lezing. We moedigen de leerlingen aan om vragen te stellen of helpen hen om een vraag te formuleren als ze niet zo taalvaardig zijn. Regelmatig pikken we ook in op iets wat de auteur zegt en leggen we verbanden met wat er in de les al aan bod is gekomen. En uiteraard wordt er luid meegezongen als er een liedje in de lezing zit. Extra fijn is dat we vaak zelf ook iets opsteken van de lezing. Zo kwamen we via een auteurslezing op het idee dat je sommige prentenboeken als zoekboek kunt inzetten. Dat idee gebruiken we soms in de klas. Andere keren doen we inspiratie op voor leuke voorleesboeken.”
“Uiteraard halen we achteraf de boeken van de auteurs in de klas. In de eerste leerjaren lezen we verder voor waar de auteur is gestopt. In de hogere leerjaren geven we hun boeken een centrale plek en kunnen de leerlingen er zelf in verder lezen. We merken dat een lezing de leesmotivatie bevordert. Als de leerlingen na een auteurslezing een boek naar keuze mogen lezen, grijpen ze heel vaak naar een boek van die auteur. Meer weten van een auteur en die live gezien te hebben, maakt de leerlingen nieuwsgierig naar hun boeken. Ook in het algemeen prikkelt het de leesmotivatie. Iemand zo enthousiast horen praten over boeken, werkt gewoon aanstekelijk om meer te lezen tout court.”
“Daarnaast geven we in de nasleep van een auteurslezing al eens een schrijfopdracht. Een keer organiseerden we zelfs een heuse schrijfwedstrijd. Voor veel leerlingen is zelf een verhaal schrijven niet evident. Je moet als leerkracht de kans grijpen wanneer de motivatie het hoogst is. Na een auteurslezing is dat het geval. Ook illustraties krijgen aandacht. Na het bezoek van een illustrator gebeurt het ook dat er beeldverhalen worden gemaakt in de klas. Of dat we het in de les hebben over het belang van een aantrekkelijke tekening op de cover.”
“Ook thematisch spelen we in de klas soms in op een auteurslezing. Nadia Babazia heeft het in haar lezing bijvoorbeeld over henna. Achteraf maakten de leerlingen hennatekeningen op papieren handen. Via haar boek ‘De koffers van oma’ vertelt ze tijdens de lezing ook over haar oma die uit Marokko komt. Daar kwam veel reactie op. Veel kinderen hebben familieleden die afkomstig zijn uit een ander land. Meer dan we hadden gedacht zelfs. Het was duidelijk dat de leerlingen daar ook over wilden vertellen. We zijn daar in de klas mee aan de slag gegaan. Zo lieten we de leerlingen vertellen over de gewoontes en gebruiken in de landen waar hun familie vandaan komt. De lezing vormde met andere woorden de aanleiding voor een boeiend klasgesprek.”
“De leukste manier waarop een lezing na afloop verder leeft op school, hebben we te danken aan Frank Daenen. Die maakt telkens een raamtekening op basis van wat er die dag in de klas is gebeurd: wat hij heeft gezien of wat er is gezegd. Daar zijn de leerlingen altijd erg van onder de indruk. Die tekening laten we de rest van het schooljaar staan. Zo blijft de herinnering aan de lezing tastbaar.”
Volg onze 8 stappen om van de auteurslezing in jouw klas een succes te maken.
Tekst: Katrien Elen