Wil je graag informatie ontvangen over boeiende lezingen en een overzicht krijgen van nieuwe auteurs op deze website? Schrijf je dan in voor onze maandelijkse nieuwsbrief vol inspiratie en handige tips!
Wil je als auteur gesubsidieerde lezingen geven en een auteurspagina krijgen op auteurslezingen.be? Dan kun je drie keer per jaar een aanvraag indienen. Al die aanvragen worden beoordeeld door de adviescommissie auteurslezingen. We vroegen aan de commissieleden hoe ze die beoordeling aanpakken en aan afscheidnemend commissievoorzitter Hilde Van Belle stelden we enkele extra vragen over hoe ze de aanvragen de laatste vier jaar heeft zien evolueren.
Op onze website vind je een actueel overzicht van de adviescommissie auteurslezingen met een korte bio van elk commissielid. Eind 2024 namen we afscheid van commissievoorzitter Hilde Van Belle, die vanaf 2025 wordt opgevolgd door Wim Peumans.
Naar aanleiding van haar afscheid legden we ex-commissievoorzitter Hilde Van Belle, emeritus hoogleraar aan de KU Leuven Campus Antwerpen, enkele vragen voor over de beoordeling van non-fictieauteurs én de evolutie van auteurslezingen.
Je ervaring als docent Nederlandse literatuur en cultuur, retorica en tekstanalyse in de masters Vertalen en Journalistiek zet je in de commissie in voor de beoordeling van aanvragen van non-fictieauteurs. Logischerwijs staan hun lezingen vaak vooral in het teken van de thema's uit hun boek(en). Welke informatie heeft de commissie nodig om goed te kunnen inschatten of auteurs van non-fictie hun publicatie tijdens een auteurslezing ook voldoende literair kaderen?
“Die literaire kadering vind ik bij de meeste aanvragen wel moeilijk in te schatten, dus niet alleen bij de non-fictieauteurs. Bij sommige kandidaten kun je aan de formulering van hun aanvraag al goed zien dat ze taalgevoelig zijn en dat ze aandacht hebben voor de literaire aspecten van hun werk, voor de keuzes die ze tijdens het schrijfproces gemaakt hebben, voor de cultuurhistorische en literaire context waarin ze werken, en voor de rol die ze als maker willen spelen. Dan kun je er zonder meer op vertrouwen dat het goed zit. Voor anderen blijkt het dan weer niet zo evident om te reflecteren over hun eigen werk. Ze vertellen uiteraard wel graag over de thema’s in hun boek, maar vergeten daarbij aan te geven hoe het boek tot stand gekomen is, hoe het in elkaar zit, en waar ze de mosterd gehaald hebben. Maar dat is nu net ook heel waardevolle informatie voor lezers, omdat ze op die manier inzicht krijgen in hoe literatuur werkt. Vandaar dat we aan auteurs vragen om te expliciteren hoe ze die aspecten in hun lezing verwerken. Ook van non-fictieschrijvers verwachten we dat ze meer doen dan alleen vertellen over de inhoud van hun boek. Non-fictieauteurs gebruiken specifieke literaire technieken, waarbij ze het evenwicht op het oog hebben tussen de geloofwaardigheid van hun verhaal en de aantrekkelijkheid ervan. Ze hanteren doorgaans bijvoorbeeld een niet al te opvallende stijl. Onze algemene vraag om de lezing literair te kaderen houdt voor hen in dat ook zij zoeken naar een manier om bovengenoemde aspecten in hun lezing te verwerken.”
Expliciteer hoe het boek tot stand gekomen is, hoe het in elkaar zit en waar je de mosterd gehaald hebt.
Hoe zie jij de balans tussen het overbrengen van feitelijke informatie en het behoud van een literair karakter tijdens een (non-fictie) auteurslezing?
“Er zijn in het onderwijs (en ook daarbuiten) nog altijd veel lessen of gesprekken over literatuur die op geen enkele manier bijdragen tot een grotere leesvaardigheid of een literaire vorming. Ik bedoel maar: het is pas in het kaderen van hun thema’s dat sprekers kunnen laten zien waar het in literatuur, en bij uitbreiding non-fictie, om gaat. Literaire auteurs streven altijd naar een goede verhouding tussen wat ze vertellen en hoe ze het vertellen, en dat is precies wat literatuur zo spannend en waardevol kan maken. In het spreken over literatuur zou die verhouding ook altijd ergens aan bod moeten komen. Voor non-fictieauteurs mag voor mij de nadruk wel meer liggen op het wat, zeker als dat verhaal goed verteld wordt. Maar de commissie verwacht uitdrukkelijk meer dan dat. Auteurs van historische non-fictie kunnen in hun lezing bijvoorbeeld iets doen met literair werk uit of over ‘hun’ tijdsperiode. We hebben al heel mooie aanvragen gekregen van non-fictieschrijvers die creatief aan de slag gingen met hun thema door het te verbinden met andere genres. Non-fictieschrijvers kunnen overigens ook vertellen over taal- en formuleerkwesties die zich ongetwijfeld in hun specifieke veld afspelen. Belangrijke maatschappelijke of wetenschappelijke fenomenen houden immers ook vaak het zoeken in naar nieuwe verhalen en een nieuwe manier van spreken. Bij non-fictieschrijvers kan de juiste gevoeligheid voor relevante stijl- en formuleerkwesties de balans doen omslaan van een eenduidig verhaal naar een lezing met een literair karakter.”
Hoe kijk je terug op jouw tijd als commissielid?
“Ik vond het een heel verrijkende ervaring. Anders dan de commissie proza, waarin we ons vrij expliciet concentreerden op literaire kwaliteit binnen een specifiek genre, is de commissie auteurslezingen voor mij een oefening geweest in het afwegen van allerlei andere criteria over alle genres heen. De samenwerking in de vergaderingen verliep heel goed, ook tijdens die moeilijke coronatijd. Ik keek altijd uit naar de bijeenkomsten: het was fijn om samen te werken met de professionele medewerkers en met de enthousiaste commissieleden die ervoor hielpen zorgen dat we altijd weer tot een goed gemotiveerd advies kwamen.”
Heb je de voorbije vier jaar een evolutie gezien in de auteurslezingen?
“De aanvragen variëren nog steeds van een paar losse zinnetjes enerzijds tot overvloedige en ongestructureerde epistels anderzijds. We hebben te maken met een heel gevarieerd auteurspubliek. Maar in het algemeen heb ik toch de indruk dat ons werk om de aanwijzingen zo concreet mogelijk te formuleren via een overzichtelijk aanvraagformulier wel degelijk resultaat opgeleverd heeft. Het vervelende bij al te concrete aanwijzingen is het risico op eenheidsworst. Maar je bewijst auteurs (en organisatoren en toeschouwers) evenmin een dienst door niet duidelijk te zijn over je verwachtingen. Het blijft altijd wel wat schipperen tussen te sturend en niet sturend genoeg. Het is belangrijk om als commissie alert te blijven en ook om te blijven communiceren met de aanvragers. Verder is er steeds meer aandacht voor de ondersteuning van leesvaardigheid in het onderwijs, wat ik alleen maar toejuich. Auteurslezingen spelen daar een belangrijke rol in en dus is het ook een opdracht van de commissie om de kwaliteit van die lezingen goed te monitoren. Literaire kwaliteit kan immers alleen bestaan dankzij gevormde en kritische lezers.”
Jan Van Coillie is emeritus hoogleraar KU Leuven, dichter, recensent en bloemlezer van kinder- en jeugdpoëzie.
Voor Literatuur Vlaanderen is de ondersteuning van auteurslezingen een belangrijke manier om in te zetten op leesbevordering. Jij draagt daar als auteur ook aan bij en hebt zelf veel auteurslezingen gegeven voor verschillende soorten lezers. Wat is je gouden tip voor auteurs om tijdens een lezing actief met leesbevordering aan de slag te gaan?
“Stel jezelf de vraag hoe je kinderen in jouw lezingen warm kunt maken voor boeken (niet alleen voor je eigen boeken, dat spreekt vanzelf, maar ook voor boeken in het algemeen). Of anders gesteld: hoe kan je jouw eigen enthousiasme voor literatuur overdragen. Stel je die vraag geregeld opnieuw en maak je antwoorden voor jezelf heel concreet vanuit het besef en je eigen ervaring dat boeken heel bijzondere dingen kunnen beteken voor jonge lezers.”
Linde Dessoy is kennismedewerker jeugdliteratuur bij Iedereen Leest.
Je werkt bij Iedereen Leest mee aan Boekenzoeker, de vakbibliotheek en de Leesjury en bent daardoor op de hoogte van het recente jeugdboekenaanbod. Hoe kunnen auteurs hun boeken op een prikkelende manier voorstellen op hun auteurspagina en aan bod laten komen tijdens hun lezing?
“Een auteurspagina houdt bij voorkeur de balans tussen informatie voor lezers die je werk al kennen en voor mensen die het nog niet kennen. Je kunt de nieuwsgierigheid prikkelen zonder alles al weg te geven. Breng mensen op de hoogte van de thema’s van je boek, je motivatie om te schrijven en je inspiratiebronnen. Wissel af tussen verschillende werk- en vertelvormen, verbind je verhaal met actuele thema’s en/of betrek het publiek. De invulling van auteurslezingen verschilt uiteraard van auteur tot auteur, en dat is net goed. Toch is er één belangrijke basisvoorwaarde voor iedere auteurslezing: leesbevordering. Toon enthousiasme over je werk, maar zet je publiek ook aan tot lezen door bijvoorbeeld andere leestips te delen. Zorg ervoor dat iedereen weggaat met het gevoel: ik wil meer lezen!”
Joris Pinseel is organisator bij literair productiehuis Humus vzw en leraar in opleiding secundair.
Je introduceerde Mensen Zeggen Dingen (het van oorsprong Nederlandse platform voor podiumpoëzie) in België en je staat zelf ook op het podium met je eigen teksten. Wat maakt een auteurslezing van een performancedichter literair, zonder dat er altijd een boekpublicatie aan het optreden ten grondslag ligt?
“Toen ik begon als performer op open mics, ontdekte ik hoe het podium een laagdrempelige manier biedt om kennis te maken met de mogelijkheden van taal. Vooral de directe interactie met het publiek en de DIY-mentaliteit, die zelfexpressie en onconventionele formats omarmt, spraken mij aan. Of wat wij destijds op het podium brachten als 'literair' zou worden geclassificeerd, vond ik minder relevant. Later, als literaire organisator, zocht ik bij de samenstelling van programma's de spanning op tussen underground performers en gevestigde literaire auteurs. Zo wilde ik het publiek niet alleen aansporen om meer te lezen, maar hen ook aanmoedigen om zelf te schrijven. Voor mij is een performance literair wanneer die getoetst kan worden aan formele criteria die ook gebruikt worden om gepubliceerde literatuur te beoordelen, zoals ritme, structuur, diepgang, beeldspraak en intertekstualiteit. Het publiceren van literair werk is voor mij dan ook geenszins een noodzakelijke voorwaarde om van literatuur te spreken. Podiumliteratuur kan een motor zijn voor vernieuwing en opent een nieuwe, lichamelijke dimensie van de literaire ervaring, waarbij de dialectiek tussen pen en podium, tussen publicatie en performance, en tussen auteur en publiek een centrale rol speelt. Ik wil Literatuur Vlaanderen dan ook aanmoedigen om die vorm van literaire innovatie de erkenning te blijven geven die ze verdient.”
Podiumliteratuur kan een motor zijn voor vernieuwing en opent een nieuwe, lichamelijke dimensie van de literaire ervaring.
Robin Hagemans is mede-eigenaar van boekhandel, koffiebar én literaire uitgeverij Cosimo.
Jullie boekhandel is ook een literaire ontmoetingsplek waar auteurs over de vloer komen voor een lezing. Hoe kan een auteur een auteurslezing praktisch gezien het beste voorbereiden? Wat moet een auteur zeker met de organisator bespreken bij het maken van de afspraken?
“De commissie beoordeelt een aanvraag uiteraard inhoudelijk, maar kijkt zeker ook naar de praktische elementen van de lezing. Tijdens het voorbereiden van een lezing denkt de auteur het best goed na over de zaken die belangrijk zijn om de lezing tot een goed einde te brengen zonder daarbij te vergeten rekening te houden met de organisator/de locatie waar de lezing plaatsvindt. Wil je bijvoorbeeld graag gebruik maken van een digitale presentatie of wil je audiofragmenten laten horen? Bespreek dan eerst met de organisator of dat mogelijk is en wees voorbereid op locaties waar dat niet kan. Maak je graag gebruik van bepaald materiaal tijdens je lezing, communiceer dan helder over of je dat zelf meebrengt of spreek af wat de organisator kan en wil voorzien. Denk goed na over de grootte van de groep waarvoor je je lezing kan en wil geven, maar overleg ook dat met de organisator die mogelijk een beperkte capaciteit heeft of juist verwacht een groot publiek over de vloer te krijgen. Een organisator weet bovendien van te voren ook graag hoe lang de lezing zal duren en wat de bedoeling van je lezing is, want ook een geïnteresseerde organisator (die mogelijk bereid is mee te denken over de invulling van een lezing op maat) wil graag helder hebben wat ze van jou kunnen verwachten.”
Wim Peumans is schrijver en antropoloog. Hij heeft een auteurspagina op onze website en geeft geregeld auteurslezingen. Vanaf januari 2025 volgt hij Hilde Van Belle op als voorzitter van de adviescommissie auteurslezingen.
Hoe zie je jouw voorzitterschap van de adviescommissie auteurslezingen?
“Een auteurslezing is een memorabel moment dat nog even kan nazinderen. Lezers ontmoeten een auteur in levenden lijve, auteurs kunnen hun werk eindelijk live voor een publiek brengen. Als voorzitter hoop ik het platform mee verder op de kaart te zeten en auteurslezingen breed toegankelijk te maken. Dat begint in de eerste plaats met een uitgelezen selectie van straffe auteurs die hun publiek keer op keer weten te begeesteren met onvergetelijke voordrachten.”
De commissieleden hebben nog meer tips voor jouw aanvraag om als auteur opgenomen te worden op auteurslezingen.be.