Kathleen Vereecken
Biografie
Kathleen Vereecken (1962) is schrijfster en freelance journalist.
Ze debuteerde in 1993 en schrijft voor kinderen, jongeren en volwassenen. Haar werk won meerdere prijzen – onder andere de Woutertje Pieterse Prijs en tweemaal de Boekenleeuw – en werd vertaald in het Frans, Duits, Italiaans, Chinees, Koreaans, Lets en Russisch.
In de wereld van verhalen is alles mogelijk, ondervond ze al snel. Alles waarin een mens bereid is te geloven. Verhalen trekken de wereld open, en geven zuurstof aan de verbeelding. Wie leest oefent het leven, zonder de klappen per se zelf op te vangen. Kinderen en jongeren stimuleren om te lezen is in zekere zin een daad van liefde.
Behalve haar liefde voor verhalen, is er ook de liefde voor geschiedenis. Een vreemd soort heimwee naar de levens en gedachten van mensen die allang dood waren voor zij geboren werd. In haar eerste historische jeugdroman 'Alle kleuren grijs' (Standaard, 1997) geeft ze een inkijk in het leven van haar overgrootmoeder, die als kind van zeven ging werken in een vlasspinnerij. Later schreef ze in ‘Lara en Rebecca’ (Querido, 2006) tweestemmig over een zwart en een wit meisje op een plantage in Louisiana ten tijde van de secessieoorlog. Daarna volgde het verhaal van Leon, de te vondeling gelegde zoon van Jean-Jacques Rousseau in ‘Ik denk dat het liefde was’ (Lannoo, 2009).
De spot richten op datgene wat in de geschiedschrijving onderbelicht bleef, is de rode draad in haar historische romans. Dat doet Kathleen ook in 'Alles komt goed, altijd' (Lannoo, 2018), waarin ze de lotgevallen volgt van een meisje dat met haar gezin op de vlucht slaat tijdens de Eerste Wereldoorlog, en in 'Margriete' (De Geus, 2022), haar nieuwe historische roman voor volwassenen. Daarin kruipt ze in de huid van een laatmiddeleeuwse vrouw, Margareta van Eyck – schilderes en onbekende zus van de beroemde broers –, en vertelt ze de geschiedenis van het Lam Gods vanuit een vrouwelijk perspectief.
Lezingen
Met name voor kinderen en jongeren reist Kathleen graag terug naar haar kindertijd om te vertellen hoe het vuur aan de lont gestoken werd, hoe haar eerste schrijfsels er kwamen, hoeveel deugd het haar deed te kunnen ontsnappen naar een zelfverzonnen wereld. Ze toont haar boekjes van toen. Daarna gaat ze in op de rol van geschiedenis, hoe ze die ziet, hoe ze deze gebruikt in haar boeken en er iets aan probeert toe te voegen. Waarom ze bepaalde boeken schrijft, hoe ze groeien. Bij een paar boeken, afhankelijk van de leeftijd waarvoor ze vertelt, gaat ze dieper in op de achtergrond van wat ze schreef. Ze betrekt haar publiek graag bij haar verhaal, stelt tussendoor vragen en geeft achteraf ook de mogelijkheid om vragen te stellen.
Geen toeters en bellen bij lezingen van Kathleen, geen klank- en lichtspel: ze is een ambachtelijke verteller. Meer dan een tafel, een stoel en een glas water heeft ze niet nodig.
Voor oudere tieners en volwassenen vertelt Kathleen graag over ‘Margriete’, en alles wat eraan vooraf ging: hoe groeit zo'n verhaal, waar komt haar fascinatie voor het Lam Gods vandaan en hoe werd deze nog sterker naarmate ze meer te weten kwam over de symboliek en de geschiedenis van de familie van Eyck. Hoe zat het met de vrouw in de late middeleeuwen? Kloppen de clichés wel?
Vertellen, voorlezen, interview: alles is mogelijk.
