Kathleen Vereecken is schrijfster en (tegenwoordig occasioneel) freelance journalist. Ze scheef geregeld bijdragen voor De Standaard. In 1993 debuteerde ze met het kinderboek 'Het raadsel in het fluisterbos'. In 1997 verscheen de historische en sociale jeugdroman 'Alle kleuren grijs', gebaseerd op het leven van haar overgrootmoeder, die als kind in een vlasspinnerij werkte. De historische achtergrond blijft belangrijk in haar volgende boeken, ook in haar eerste non-fictieboek dat in 2002 verscheen: 'Kunnen heksen heksen'.
Tijdens een reis naar Louisiana raakte Vereecken gefascineerd door de Amerikaanse burgeroorlog en het leven op een plantage. In haar boek 'Lara & Rebecca' vertellen een een zwart en blank meisje afwisselend hun levensverhaal. Voor 'Ik denk dat het liefde was', waarmee ze onder andere de Boekenleeuw 2010 won, vormde het 18de-eeuwse Frankrijk - en meer bepaald: Parijs - het decor. Hoofdpersonage is Leon, de fictieve zoon van filosoof en schrijver Jean-Jacques Rousseau. Rousseau schreef onder meer een boek over opvoeding, maar bracht zijn vijf eigen kinderen naar een vondelingentehuis.
Ook 'Zijdeman' (2013) speelt zich af in het 18de-eeuwse Parijs. Het is gebaseerd op een familieverhaal over de verdwijning van een voorvader, die zijdefabrikant was. Het boek wordt verfilmd (animatie), en Vereecken is co-scenarist.
Met 'Ik heet Jan en ik ben niets bijzonders' (2014), geïllustreerd door Eva Mouton, maakt ze een uitstapje naar een ander genre. Het is een humoristisch verhaal over een doodgewoon jongetje in een wereld waarin iedereen bijzonder lijkt te zijn.
In 2016 verscheen haar eerste roman voor volwassenen. 'Haar' gaat over grote vragen rond liefde en verraad. Maar ook over kleine vragen, zoals deze: waarom nemen vrouwen zo graag ritueel afscheid van hun meisjesjaren, waarom knippen ze hun haren kort?
Tijdens een reis naar Louisiana raakte Vereecken gefascineerd door de Amerikaanse burgeroorlog en het leven op een plantage. In haar boek 'Lara & Rebecca' vertellen een een zwart en blank meisje afwisselend hun levensverhaal. Voor 'Ik denk dat het liefde was', waarmee ze onder andere de Boekenleeuw 2010 won, vormde het 18de-eeuwse Frankrijk - en meer bepaald: Parijs - het decor. Hoofdpersonage is Leon, de fictieve zoon van filosoof en schrijver Jean-Jacques Rousseau. Rousseau schreef onder meer een boek over opvoeding, maar bracht zijn vijf eigen kinderen naar een vondelingentehuis.
Ook 'Zijdeman' (2013) speelt zich af in het 18de-eeuwse Parijs. Het is gebaseerd op een familieverhaal over de verdwijning van een voorvader, die zijdefabrikant was. Het boek wordt verfilmd (animatie), en Vereecken is co-scenarist.
Met 'Ik heet Jan en ik ben niets bijzonders' (2014), geïllustreerd door Eva Mouton, maakt ze een uitstapje naar een ander genre. Het is een humoristisch verhaal over een doodgewoon jongetje in een wereld waarin iedereen bijzonder lijkt te zijn.
In 2016 verscheen haar eerste roman voor volwassenen. 'Haar' gaat over grote vragen rond liefde en verraad. Maar ook over kleine vragen, zoals deze: waarom nemen vrouwen zo graag ritueel afscheid van hun meisjesjaren, waarom knippen ze hun haren kort?