Alain Delmotte (1957) is een dichter die in 1983 met de bundel ‘Sociaal realisme’ debuteerde. In de bundels die daarop volgen gaat hij op zoek naar een eigen vorm. In de jaren negentig publiceerde hij twee bundels afgeknotte, blanke poëzie: ‘Grondbezit’ (1993) en ‘Standplaats’ (1997) waar hij tegen de limieten van de taal aanbotst. Vanaf dan wordt het reflexieve in zijn teksten ingebed zoals valt op te merken in ‘Onderschrift 1’ (1997), ‘Lieve Wislawa – onderschrift 2’ (2003) en ‘Verstekelingen – onderschrift 3’ (2006) waarin beschouwing en gedicht in elkaar vloeien.
Alain Delmotte koos resoluut voor het prozagedicht in de bundels ‘Warhoofd’ (2002) , ‘Voorstander zijn’(2008 ) en ‘Uit de lucht gegrepen’ (2013). Van daaruit stippelt het werk van Delmotte verschillende lijnen uit. Zo is er de cyclus ‘Warhoofd’ die zich duidelijk aftekent in de verzameling ‘Warhoofds gekkenwerk’ (2017), gevolgd door ‘Warhoofds leerdichten’, die uit een vijftal deeltjes zullen bestaan. Deel één met als ondertitel ‘Dag in dag uit’ verscheen in 2019.
Alain Delmotte recenseert poëzie, schreef een aantal essays rond het gegeven poëzie en weet zich op een podium met de gepaste articulatie en het nodige volume te verdedigen. Zijn werk heeft overigens een onmiskenbaar oraal karakter.
Alain Delmotte koos resoluut voor het prozagedicht in de bundels ‘Warhoofd’ (2002) , ‘Voorstander zijn’(2008 ) en ‘Uit de lucht gegrepen’ (2013). Van daaruit stippelt het werk van Delmotte verschillende lijnen uit. Zo is er de cyclus ‘Warhoofd’ die zich duidelijk aftekent in de verzameling ‘Warhoofds gekkenwerk’ (2017), gevolgd door ‘Warhoofds leerdichten’, die uit een vijftal deeltjes zullen bestaan. Deel één met als ondertitel ‘Dag in dag uit’ verscheen in 2019.
Alain Delmotte recenseert poëzie, schreef een aantal essays rond het gegeven poëzie en weet zich op een podium met de gepaste articulatie en het nodige volume te verdedigen. Zijn werk heeft overigens een onmiskenbaar oraal karakter.