Katrien Vandewoude studeerde geschiedenis aan de UGent. Na haar studies werkte ze twee jaar in de universiteitsbibliotheek en werd daarna thuiswerkende moeder van vier kinderen. Ze werkte een aantal jaren als begeleidster mee aan de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury. Dit was mede de aanzet om zelf te gaan schrijven. Ze debuteerde in 1995 met Scherven, een avontuurlijk verhaal voor kinderen vanaf tien jaar. In datzelfde jaar won ze de John Flandersprijs voor het beste Vlaamse Filmpje. Later schreef ze over levensechte thema's zoals de relatie van een kleinkind en zijn zieke opa, een ruzie tussen broer en zus of het rouwproces na het overlijden van een zus. In haar dierenverhalen zoals die over Kat en Mus, Mier en Mug en Haan en zijn vrienden speelt fantasie dan weer een grote rol. Haar non-fiction boeken gaan o.a. over recht en rechtspraak, blind-zijn, diabetes.