Matthijs de Ridder (1979) is schrijver en literatuurcriticus. Hij promoveerde in mei 2009 op het proefschrift 'Staatsgevaarlik! De activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren 1912-1933'. Hij is co-editeur van het 'Verzameld werk van Louis Paul Boon', bezorgde de verzamelde gedichten van Gaston Burssens ('Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965'), het 'Verzameld proza van Kurt Köhler' en 'Gebruiksaanwijzing der lyriek' en 'De bankroet jazz' van Paul van Ostaijen.
Verder publiceerde hij onder andere 'Aan Borms. Willem Elsschot een politiek schrijver' (Meulenhoff/Manteau 2007) en 'Ouverture 1912. Literatuur en Vlaamse Beweging aan de vooravond van de Grote Oorlog' (AMVC-Letterenhuis 2008). Recenter verschenen van zijn hand een swingende cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw: 'Rebelse ritmes, hoe jazz en literatuur elkaar vonden' (De Bezige Bij Antwerpen, 2012) en de literatuurgeschiedenis 'Behoud de Begeerte' (De Bezige Bij 2014). 'De Eeuw van Charlie Chaplin' (De Bezige Bij, 2017) vertelt het verhaal van de twintigste eeuw gezien door de lens van een filmicoon.
Momenteel werkt hij aan de biografie van Paul van Ostaijen.
Verder publiceerde hij onder andere 'Aan Borms. Willem Elsschot een politiek schrijver' (Meulenhoff/Manteau 2007) en 'Ouverture 1912. Literatuur en Vlaamse Beweging aan de vooravond van de Grote Oorlog' (AMVC-Letterenhuis 2008). Recenter verschenen van zijn hand een swingende cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw: 'Rebelse ritmes, hoe jazz en literatuur elkaar vonden' (De Bezige Bij Antwerpen, 2012) en de literatuurgeschiedenis 'Behoud de Begeerte' (De Bezige Bij 2014). 'De Eeuw van Charlie Chaplin' (De Bezige Bij, 2017) vertelt het verhaal van de twintigste eeuw gezien door de lens van een filmicoon.
Momenteel werkt hij aan de biografie van Paul van Ostaijen.