Diane De Bruyn leerde vallen, opstaan en lopen op de veldwegen van Werchter, lang voor daar podia en tenten op de weiden groeiden. Op zoek naar leesvoer op familiezolders raakte ze verslaafd aan boeken met vergeelde bladzijden en de geur van jaren. Na een diploma lerarenopleiding Germaanse talen, scheepte ze met man en twee kisten in op de SS Marconi, richting Brazilië. Bij de terugkeer, vier jaar later, reisde in de koffers de saudade naar zon en bossanova mee en kiemde het thema voor haar debuutroman ‘Een touw met duizend knopen.’
In Brazilië werkte ze als secretaresse-vertaler in een medisch-technisch opleidingscentrum, in België gaf ze les in het volwassenenonderwijs (CVO Zaventem, GOCI Aarschot, CBE Vilvoorde). Thema’s zijn: taal, migratie, syncretisme, cultuurverschillen, familiebanden en zeevaart. De manier waarop woorden en zinnen lopen, vindt ze minstens zo belangrijk als het verhaal dat ze verwoorden.
In Brazilië werkte ze als secretaresse-vertaler in een medisch-technisch opleidingscentrum, in België gaf ze les in het volwassenenonderwijs (CVO Zaventem, GOCI Aarschot, CBE Vilvoorde). Thema’s zijn: taal, migratie, syncretisme, cultuurverschillen, familiebanden en zeevaart. De manier waarop woorden en zinnen lopen, vindt ze minstens zo belangrijk als het verhaal dat ze verwoorden.